Na de vernietigende implosie van de stad-moeder is Dayak erin geslaagd aan de onderscheppers te ontsnappen. In het trouwe gezelschap van Kwarteltje zoekt hij zijn heil in de ongastvrije woestijn, maar zijn broer Simon weet niet van opgeven en blijft hem op enige afstand achtervolgen. De Grote Woestijn is het grondgebied van de Zaks, de beschilderde mensen met de roden ogen. Zijn ze een volk van spoken of wonen ze werkelijk in een labyrint van ondergrondse gangen? Dayak trekt al snel hun aandacht. Weldra zal tromgeroffel de oeroude mensenlijke gebruiken aankondigen en zullen de vervormde schaduwen van deze primitieve gedaanten zich naar hem uitstrekken. Na de Waters van Dodeman en De Wind der Goden, gemaakt in samenwerking met Patrick Cothias, bewijst Adamov dat hij een onnavolgbaar tekenaar is, bij machte een eigen wereld te scheppen. Met zijn spectaculaire beelden en zijn dynamische verbeeldingskracht schaart Dayak zich onder de beste science-fictionstrips.
