In de zomer van 2012 krijgt Willem Melchior te horen dat hij keelkanker heeft. Onderworpen aan een programma van onderzoeken, begeleiding en behandeling moet hij stoppen met roken, wat zoveel betekent dat hij - bevlogen roker - zijn dagelijkse schrijversbestaan opnieuw moet uitvinden. Hij noteert van dag tot dag wat hem overkomt en neemt zichzelf genadeloos onder de loep: angst, fatalisme en berusting wedijveren om zich te doen gelden.