DE VERSCHEURDE STAD M nster, het jaar 1530. De oogst is mislukt en veel ouders kunnen hun kinderen niet meer te eten geven. De twaalfjarige Kunne treedt daarom als keukenhulp in dienst bij de rijke koopman Knipperdollinck. Vanaf het moment dat de deur van het grote huis achter haar dichtvalt, is ze aan Knipperdollinck overgeleverd. Geen straf, want de rijke man staat bekend als vriend van de armen en behandelt zijn personeel goed. Kunne vereert Knipperdollinck als haar eigen vader. Maar het duurt niet lang of het dienstmeisje ontdekt dat haar heer een vijand van de bisschop is. Hij neemt regelmatig deel aan gildebijeenkomsten van ambachtslieden, die duidelijk partij kiezen voor de protestanten. Al snel lopen in het huis van Kunnes heer de wederdopers in en uit. Net als de rest van de huishouding raakt het jonge meisje in hun ban. De twistgesprekken worden met de dag heftiger: er ontbrandt een felle strijd tussen de verschillende religieuze partijen, waarin Kunne steeds verder
