De familie Den Braven gaat vakantie houden in Canada, waar moeder Den Braven in haar jeugd enkele jaren heeft gewoond. Behalve de kinderen Carla en Arie, gaat ook neef Walter mee. De jongens hebben in het verleden samen al veel beleefd en hen kennende is het helemaal niet uitgesloten dat ook deze vakantie bepaald niet saai zal worden. Er ontstaan inderdaad allerlei avontuurlijke en gevaarlijke situaties, waardoor de vakantie voor de ouders niet altijd even ontspannen verloopt. Ze krijgen te maken met een op hol geslagen paard en een wonderbaarlijke redding, met in het wild levende beren, met agressieve indianen, met diefstal en arrestatie van de dief, en nog veel meer. Daarnaast genieten ze van de schitterende en vaak ongerepte natuur. Gelukkig weten zij zich in alle situaties gedragen door Gods beschermende hand.
