Hij voelt zich net Robinson Crusoe op zijn eiland. Alex, een joodse jongen, houdt zich met moed en vindingrijkheid verborgen in de ruïne van een huis. Dat huis staat in een leegstaande wijk van een getto in Polen. De bewoners van de wijk zijn gedeporteerd. Ze hebben bijna al hun bezittingen moeten achterlaten. De ruïne is vlakbij de gettomuur en door een ventilatierooster in zijn schuilhoek kan Alex zien wat er gebeurt in de Poolse wijk. Tussen de puinhopen wacht hij op zijn vader, die heeft beloofd om na een paar dagen terug te komen. Maar de dagen worden weken, en de weken worden maanden, maanden vol spannende gebeurtenissen en onverwachte voorvallen.
