Engeland, 1880 (14 jaar voorafgaand aan Schijnbewegingen): Vincent wordt door zijn ouders naar kostschool gestuurd. Hij moet erg wennen aan de strenge regels van de leraren, maar ook aan ongeschreven en onbesproken regels. Langzaam maar zeker ontdekt hij dat de oudste jongens de eerstejaars terroriseren en dat er tussen hen geheimzinnige dingen plaatsvinden. Wanneer een jongen uit de zesde om het leven komt, is dat het begin van een reeks vreemde gebeurtenissen. In de bossen rond de school duikt een duistere figuur op: de angstaanjagende natuurgod Pan. Wie hém ontmoet, zal het niet overleven. Vincent en zijn vrienden raken in de ban van de god, met fatale gevolgen
