Vijftien jaar jong verkiest een indisch meisje een bordeel boven schoolfeestjes. Lindsey, product van een vrijgevochten familie, loopt weg van huis en stort zich in de seksindustrie. Pooiers en vriendjes melken haar uit, ettelijke keren wordt ze verkracht en mishandeld en soms wordt er een pistool tegen haar mooie hoofdje gezet. Schreeuwend om aandacht en liefde houdt ze zich in een fakewereld van glitter en glamour staande. Ze verdient geld als water, maar diep ongelukkig smijt ze de poen met duizendjes tegelijk over de balk. Zeven jaar lang beweegt de call-girl met de mooie kleren zich in een wereld van hoerenlopers en pooiers. Dan, terwijl de zoveelste seksbaar haar tot op het merg uitperst, stapt ze met haar drie-jarig kind uit het vak. Straatarm vlucht ze naar een onbekende stad en speelt haar rol om te voorkomen dat haar ware bestaan uitlekt. In dagboekvorm wordt haar verhaal weergegeven: de hindernissen, het leven, de relatie met ouders, vrienden, pooiers, kind enz. Uiteindelijk
