In een mooie serie familieportretten, bestaande uit vijftien met elkaar verbonden verhalen, roept Alice Hoffman de wereld van de Samuelsons op. Verteld vanuit verschillende invalshoeken hebben deze verhalen een verrassend effect. Hoofdverteller is Gretel Samuelson, die zich voorbereidt, op het volwassen worden. Zij en haar vriendin, Jill zijn nog echte pubers. Op het moment, dat Gretels grootmoeder in beeld komt is er inmiddels een hoop misgegaan: haar vader is vertrokken en hertrouwd, bij haar moeder is kanker geconstateerd, broer Jason, een lieve, briljante jongen, verruilt Harvard voor drugs en een doelloos bestaan, en zelfs de hond gaat ervandoor. Vriendin Jill verknalt haar kansen op een bestaan buiten Long Island: ze raakt zwanger, trouwt de niet al te snuggere vader en gaat van school.
