Waren de relaties binnen het gezin vroeger heel anders dan nu? Vaak is verkondigd van wel, en je zou dat ook verwachten gegeven de overheersende rol van de godsdienst, de ijzingwekkende kindersterfte, de andere ideeën over opvoeding en opleiding. Maar wie de literatuur van de zeventiende eeuw induikt en zoekt naar poëzie en proza waarin gezinsleden zich over elkaar uitlaten, komt veel tegen waarmee we ons nu nog kunnen identificeren.Voor deze bloemlezing hebben we gezocht naar teksten met een eigen, persoonlijke toon. Die maken het mogelijk dat over een afstand van een kleine vier eeuwen een treffend verwoorde emotie nog kan raken aan onze eigen ervaringswereld. Deze verzameling 'gezinsteksten' geeft ons de kans mee te leven met de erotische vervoering van Hooft en Luyken, de bittere visie op het huwelijksleven van Pieter Rixtel, de zorgen van Maria van Reygersbergh over het dwarse gedrag van haar studerende zoons of het machteloos verdriet over de dood van veelbelovende kinderen.
