Dit boek behandelt eenderde van alle wijngaarden in Frankrijk. De Languedoc-Roussillon is de grootste wijnstreek in de wereld. Als we hier de wijngaarden van de Provence en de omvangrijke wijngebieden in het zuiden van het stroomgebied van de Rhône bij optellen, hebben we het over de productie van een indrukwekkende hoeveelheid wijn. Al in de zesde eeuw v. Chr. werden de heuvels van de Provence door de Grieken met druiven beplant. De Romeinen zochten plekken in de woeste bergen van de Languedoc uit om wijn te maken voor Rome. Kenners in het buitenland, met name in Noord-Europa, hadden voornamelijk aandacht voor de Franse wijnen die er de laatste paar eeuwen uitsprongen. Met uitzondering van Châteauneuf-du-Pape waren de wijnen uit het zuidelijke stroomgebied van de Rhône en het mediterrane bekken minder ambitieus. De industriële revolutie zorgde voor een grote, dorstige arbeidersklasse in de Franse steden. De Languedoc voorzag in een behoefte aan goedkope wijn, terwijl de Provence
