Scherpe en actuele inkijk in hedendaags Cuba aan de hand van het tijdloze verhaal over de beproevingen en triomfen van een man. Che’s kleinzoon beschrijft het dagelijkse leven van een Cubaan die zijn weg zoekt binnen de beperkingen die het regime de bevolking oplegt. Hij hunkert naar vrijheid, naar een uitweg van de honger. En hij is niet de enige die droomt van een beter leven. Plots kapen enkele Cubanen een gammele veerboot om te vluchten, een ultieme wanhoopsdaad. Maar de Cubaanse politie houdt hen tegen. Nooit eerder was het gevoel niet vrij te zijn zo tastbaar. De eerste spontane betoging breekt uit. Cuba wankelt en er knakt iets in het hoofdpersonage. Wat is Che’s revolutie nog waard, als je collectief gevangen blijkt in eigen land? 'Een briljant schrijver. Een onvergetelijke roman.' - Jon Lee Anderson, The New Yorker
