Het grote publiek kent A.M. de Jong als de geestelijke vader van Merijntje Gijzen en Bulletje en Bonestaak. In het interbellum schiep hij een omvangrijk oeuvre, dat zich kenmerkt door sympathie voor gewone mensen, die een karig bestaan leiden maar die zich daardoor hun levenslust niet laten ontnemen. Vele romans beleefden in ie tijd herdruk na herdruk. Ook na zijn dood bleef de belangstelling voor zijn werk groot, mede door de populaire televisieserie die in de jaren zeventig van de Merijntje Gijzencyclus werd gemaakt.Mels de Jong beschrijft het leven van zijn oom, Adrianus Michiel de Jong (1888-1943) uitvoerig,. Hij groeide op in een katholiek Brabants arbeidersgezin, waarin van de dertien kinderen er maar drie levensvatbaar bleken, en waarin lange perioden van armoede en werkloosheid voorkwamen. Die wereld zou later het decor vormen van Merijntje Gijzens jeugd en jonge jaren. A.M. de Jong ontworstelde zich aan deze wereld door onderwijzer te worden, eerst in Delft en later in