Mol is voor het eerst op bezoek bij Aap. Aap woont in een hoge boom. De boom is zo hoog, dat Mol een beetje duizelig wordt als hij naar beneden kijkt. Maar als hij gewend is aan de hoogte, ziet hij iets geks.'Kijk Aap, wat een grote molshopen. Daar wonen vast heel grote mollen. Daar wil ik heen!' Mol schrikt er zelf een beetje van. Hij gaat niet graag op reis en de molshopen lijken heel ver weg. 'Dat zijn geen molshopen Mol,' zegt Aap, dat zijn de grote, kale bergen. Daar woont vast niemand. Maar als je er heen wilt, ga ik met je mee!' En zo begint de tocht van Aap en Mol naar de Bergen.