Aat is een geestelijk gehandicapt kind. In het gezin waarin hij opgroeit heeft hij altijd een bijzondere sfeer gebracht. Degenen die bij zijn leven betrokken zijn voelen dat hij moet groeien naar zijn bestemming, dat ook een gehandicapte het recht heeft zijn eigen leven te leiden en daardoor gelukkig te zijn.Hij is nu vierentwintig geworden en een afscheid is onvermijdelijk. Aat zal het ouderlijk huis verlaten om in een andere omgeving nog meer zichzelf te kunnen zijn. Dit boek beschrijft de strijd die Aats ouders moeten voeren om te beslissen hem te laten gaan. Maar hun zoon blijkt eerder dan zij deze periode van zijn leven te hebben afgesloten. Dan nemen zij bewust afscheid van een kind dat voor allen een engel is geweest, een bode van dieper leven.Mr. J. van der Hoeven schreef nog twee boeken over Aat. In ’Scheel engeltje’ wordt het leed beschreven dat de geboorte van een gehandicapt kind meebrengt, maar ook de rijkdom, de bevrijding en het geluk die het kan geven. In ’De