Stilma schrijft weliswaar vanuit een zeer herkenbare invalshoek, maar het is zijn beeldende kracht die verrast en de poëzie boven het persoonlijke uittilt. Het is die onverklaarbare mengeling van intimiteit en abstractie die de lezer het gevoel geeft dat hij – zoals elders in de bundel staat, ‘de inkt droog blaast’ van een gedicht dat onder zijn ogen lijkt te zijn ontstaan.‘Je hoeft niet altijd te weten hoe je er komt’, zegt de zoon tegen zijn opa als hij de ladder naar de hemel voor hem tekent en blijft steken tussen de zon en de wolken. Een regel die staat als een huis.