Papa lachte. 'Zullen we ons kletsnat laten regenen?' zei hij. 'Ja ja,' zeiden we allebei tegelijk. 'Je mag niet nat worden van de regen,' zei papa. 'Dat is een van de dingen die ze je proberen wijs te maken. Vandaar die afschuwelijke paraplu's. Wat ze niet allemaal verzinnen.' Papa legde een arm over onze schouders. 'Ik ben echt stapelgek op jullie,' zei hij. 'Al ben en blijf ik dan ook een slecht mens.' Het bleef maar regenen en regenen. Ik was intens gelukkig. Jaspers vader is niet geschikt voor het gewone leven. Hij maakt het liefst muziek op straat, steelt een dure armband van zijn rijke zus en verdwijnt soms wekenlang zonder iets van zich te laten horen. Toch is Jasper gek op hem. Als zijn vader onverwacht doodgaat weet Jasper zich geen raad. Hij reageert zich af op zijn moeder en zus. Maar hij ontdekt ook dat verdriet niet alleen pijn doet.