Als Jittie op het Centraal Station van Rotterdam een meisje ziet dat kennelijk op straat leeft en verslaafd is, blijft ze erover piekeren. Eens moet dat meisje ook gewoon op school hebben gezeten en een normaal leven hebben geleid, net als zij. Wat is er gebeurd? Jittie voelt zich anders dan de anderen, staat niet helemaal met haar beide benen in de werkelijkheid. Ze is een echte dagdroomster. En ze voelt zich aangetrokken tot mensen die in een fantasiewereld leven, zoals de vrouw in het dorp die in een merkwaardig bouwsel woont en vaak wordt uitgejouwd door de kinderen. Zou dit haar ook kunnen overkomen? Zou ze echt gek kunnen worden? Ze probeert er over te praten met haar beste vriend Ivo, maar die doet ook al zo raar tegen haar de laatste tijd.
