Als de vader van Jeltje Houtman-Zwierstra is overleden, wordt ze de trotse bezitter van een mooie oude hoeve. Ondanks dat ze met haar man naar het Westen is verhuisd, blijft ze Friezin in hart en nieren. Altijd heeft ze heimwee gehouden, en als de gelegenheid ook maar even daar was, nam ze haar kinderen mee voor een bezoekje aan haar ouderlijk huis. Nu lijkt de tijd voor haar gekomen om weer terug te gaan naar Friesland. De kinderen zijn volwassen en op Frank na allemaal de deur uit, haar man Eduard is met pensioen, dus niets kan haar nog tegenhouden. Tenminste, zo lijkt het. Jeltjes schoonzuster Dorothé is fel tegen de eventuele verhuizing en Eduard gaat hierin mee. Bart, de oudste zoon van jeltje en Eduard, is hierover verbijsterd. En samen met Frank, zijn jongste broer, proberen ze er achter te komen welke macht Dorothé over haar broer Eduard kan hebben...