Groot was het ongeloof toen Jan Janssen in 1968 de Tour de France won. Een Nederlandse renner die de Tour wint! Onvoorstelbaar! Niemand kon zich voorstellen dat er een generatie zou komen die eind zeventig en begin jaren tachtig de ene grote overwinning na de andere behaalde. De successen van Zoetemelk, Kuiper, Knetemann en Raas hadden een enorme impact, de belangstelling voor de wielersport was immens. De Nederlandse wielerliefhebbers verkeerden in een euforie en hadden weinig oog voor de andere renners, die ook succes hadden door etappes te winnen of de zeges van bovengenoemd viertal mogelijk maakten. Ook zij waren een of meerdere malen Tourdeelnemer en kijken daar nog graag op terug. Ze hebben misschien een minder imponerende erelijst maar ze hoorden er helemaal bij. Ooit waren ze de held van hun dorp of stad omdat ze op de startlijst stonden van de Tour de France, de wielerkoers aller wielerkoersen. Hoe zeer dat ook onder wielrenners telt, wordt bewezen door het feit dat al die