"In Sint-Martens-Latem bracht Karel van de Woestijne (1878-1929) naar eigen zeggen de 'rijkste en pijnlijkste' uren van zijn leven door. Hij verheerlijkte het Leiedorp ooit als 'het Eden der moderne Vlaamsche kunst' en de schilderskolonie als 'het Barbizon, het Worpswede, het Laren van Vlaanderen'. De tijd die Van de Woestijne in Latem doorbracht, was een heel vruchtbare periode. Vele gedichten, verhalen en essays kwamen er tot stand. De zes studies uit Latems Leven bestrijken de tijd dat de dichter een 'kluizenaarsbestaan' in Latem leidde. Hij blijkt met George Minne, Valerius de Saedeleer en Gustave van de Woestyne midden in het artistieke en dagelijkse leven van het dorp te hebben gestaan. Het boek focust ook op de ontstaansgeschiedenis van Van de Woestijnes poëzie en bevat heel wat onbekend materiaal, onder meer briefwisseling en handschriften. 'Latems leven' is het tiende deel in de reeks Letterenhuispublicaties De reeks Letterenhuispublicaties is een initiatief van het