Pijnlijk precies en complex, tegelijk actief en passief, maniakaal en onbegrepen: de hedendaagse Mexicaanse poëzie verwart en verslindt met haar scherpzinnige blik. De twintigste eeuw bracht een generatie Mexicaanse dichters voort, die worstelend dansen met het monsterlijke in de mens, zonder zich in te laten lijven bij de heersende stromingen uit de hedendaagse literatuur. De origineelsten onder hen zochten naar een evenwicht tussen traditie en vernieuwing, al hielden ze dan ook met een alerte – kritische – afstandelijkheid de blik gericht op hun eigen tijd. Misschien is het de reden waarom dichters van het formaat van o.a. José Gorostiza, Salvador Novo of Carlos Pellicer geen internationale faam hebben verworven. Deze stekelige tweetalige bloemlezing, vertaald door Stefaan van den Bremt, toont het beste van de hedendaagse Mexicaanse poëzie van de hand van dichters die zich naar het verleden richten, met als uitgangspunt de toekomst. Met een essay over