Op een zinderend hete dag in het jaar 1862 komt de Engelse weduwe Anna Leonowens in het koninklijk paleis in Bangkok aan. Ze is aangesteld om de kinderen van koning Mongut Engelse les te geven. Aanvankelijk laat Anna zich overweldigen door de exotische pracht en praal van haar nieuwe omgeving, maar al snel wordt duidelijk dat haar eigenzinnige, geëmancipeerde gedrag niet goed valt binnen de traditionele, stijve hofcultuur. Ze weigert zich te schikken naar de strenge etiquette en weigert vooral te zwijgen over zaken die in haar Westerse ogen onrecht zijn, zoals lijfstraffen en onderdrukking. Het ziet ernaar uit dat Anna geen lang leven in het paleis beschoren zal zijn... Maar gaandeweg ontstaat er een band tussen haar en koning Mongkut, die de moderne opvattingen van de mooie, rebelse onderwijzeres wel kan waarderen en die bepaald niet ongevoelig is voor haar vrouwelijke charmes. Een band van verstandhouding die uitgroeit tot een grote liefde.Totdat de keiharde realiteit tussenbeiden
