De schriftjes van Annemieke Martens waren de basis voor deze ontroerende novelle over Anna Julia, haar kleindochter. In het hartje van de winter geboren, ontluikt in de volgende seizoenen een mensje dat zich spoedig nestelt in de liefdevolle omgeving van haar vader en moeder, opa's en oma's, haar oude overgrootvader en al die anderen. De teksten van haar opa Guus Martens worden afgewisseld met de notities in de schriftjes van haar oma Annemieke. Al lezend beleef je intens mee hoe Anna Julia's oogjes bewegen, hoe ze een vogeltje in de tuin met veel aandacht gadeslaat, maar ook hoe verdrietig ze soms is. Hoe ze glimlacht naar bekenden, verzadigd knort na het stillen van honger en dorst, maar ook hoe ze met de telefoon experimenteert, in een onbewaakt ogenblik toch de trap opklautert, en zich tenslotte triomfantelijk optrekt aan de poten van een kast om te gaan staan!