Het moderne communicatieproces kenmerkt zich in toenemende mate door de aanwezigheid van registratie en controle. Vanuit juridische perspectief leidt deze ontwikkeling tot uiteenlopende vraagstukken rondom de identificeerbaarheid en de anonimiteit van communicerende burgers. Dit boek behandelt een aantal van deze vraagstukken. Het analyseert de grondrechtelijke argumenten voor bescherming van anonieme communicatie en beschrijft hoe anonimiteit in het communicatieproces is gereguleerd. Bij de behandeling van dit onderwerp komt onder andere het Amerikaanse recht aan de orde. In de Verenigde Staten is als uitvloeisel van het First Amendment namelijk een recht op anonieme meningsuiting erkend. De rest van het onderzoek richt zich op Nederlands recht. Allereerst wordt de historische betekenis van anonieme geschriften in Nederland geschetst. Vervolgens komt de juridische positie van drukkers, uitgevers en journalisten naar voren. De laatste hoofdstukken gaan dieper in op actuele