Nederland heeft hem niets te bieden, de middelbare school kan hem gestolen worden en het gezin waarin hij opgroeit hangt van huichelarij aan elkaar. John Wilton hoopt via correspondentievrienden in het noorden van Noorwegen een nieuwe start te kunnen maken. Hij komt terecht in de subcultuur van het havenstadje Geitvågen, waar hij met een paar baantjes moeizaam in zijn onderhoud voorziet en vergeefs een verblijfsvergunning probeert te bemachtigen. Bijna ongemerkt werkt John zich in de loop van zijn verblijf in de nesten. Zijn vrienden begrijpen ten slotte dat er iets grondig mis is met John en middenin de onbarmhartige poolwinter wordt hij gedwongen Geitvågen te verlaten.