Al vanaf zijn vroege kinderjaren is Eric de Kuyper geboeid door het theater, een wereld van verbeelding. In zijn autobiografische geschriften, zoals De hoed van tante Jeannot en Bruxelles, here I come, heeft hij beschreven hoe hij in de ban raakte van de dans en het toneel, en hoe hij zich voorbereidde op een leven in en met de opvoeringskunsten. Zijn moeder, zijn broers en zus, maar bovenal zijn tante wijdden de jonge De Kuyper in de genoegens en de beleving van kunst en cultuur in door verhalen over bijgewoonde film-, toneel- of operavoorstellingen, door het navertellen van in de familie circulerende literatuur en door hun esthetische beleving van de dagelijkse realiteit. In Applaus treedt Eric de Kuyper zelf op als cultureel bemiddelaar. Puttend uit zijn overvolle ervaring als liefhebber, professioneel criticus en docent laat hij ons kennismaken met de finesses en de essentie van de podiumkunsten. Hij deelt zijn verlangen naar het toneel met ons en vraagt zich af hoe dit verlangen