Al enkele nachten na elkaar schrikt Aria wakker door een nachtmerrie. Ze raakt ervan overtuigd dat de urne die haar grootvader uit Astrakale meebracht, bewoond wordt door een vreemde geest. De vogel-god, die jaren geleden werd verast, wil nu terug naar zijn geboorteland. Aria is pas bereid om de reis met de urne te maken wanneer de god haar haast tot waanzin drijft en bezit neemt van haar verstandelijke vermogens. Om de urne terug te brengen moet Aria een lange reis over zee maken en dat kan alleen na de winter. Gelukkig ontmoet ze korte tijd later Zoeky, die in Astrakale woont... In het 35ste (!) album van deze klassieker schiet Aria een geest met heimwee ter hulp.