Dit boek bevat een integrale vertaling van de Digha-Nikaya (DN), 'De verzameling van lange leerredes' van de Boeddha. De Digha-Nikaya is in de traditionele telling de eerste van de vijf verzamelingen (nikaya's) van de Sutta-Pitaka: de 'mand' (pitaka) van leerredes (sutta's) die aan de historische Boeddha en zijn belangrijkste leerlingen worden toegeschreven. Deze verzameling maakt deel uit van de Pali-Canon en vormt samen met de Vinaya-Pitaka (de 'mand' van de orderegels) en de Abhidhamma-Pitaka (de 'mand' met scholastieke teksten) het corpus van gewijde geschriften van de Theravada. Deze Pali-Canon of Tipitaka ('drie manden') bevat de oudste bewaard gebleven geschriften van de boeddhistische traditie. De Digha-Nikaya bevat 34 'lange' leerredes van de Boeddha. De eerste hiervan, het Brahmajala-Sutta, legt o.a. de psychologische wortels bloot van 62 metafysische theorieën. De volgende 12 leerredes bevatten als kern de zogenaamde Tathagata-preek, een uitvoerige uiteenzetting van