Tijdens de Duitse bezetting bestond er voor veel Nederlanders reden om 'onder te duiken'. Spoedig ontstond voor hen de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers, oftewel LO. De meer dan twintigduizend ondergedoken joden, de illegale werkers, duizenden ondergedoken studenten en oud-militairen moesten echter ook gevoed worden. De Landelijke Knokploegen (LKP) gingen distributiekantoren en transporten overvallen om aan bonkaarten voor voedsel voor al die onderduikers te komen.