In Atropa voltrekt die nachtmerrie zich in de figuur van de enige man, de Griekse opperbevelhebber Agamemnon. Hij wordt omgeven door alle vrouwen wier leven hij heeft verwoest: zijn dochter Ifigeneia, zijn vrouw Klytaimnestra, zijn schoonzus Helena, plus de vrouwen en dochters van zijn Trojaanse vijanden _ Hekabe, Andromache en Kassandra. Vlak voor zijn vrouw hem afmaakt met een bijl, confronteren de vrouwen Agamemnon met de echte oorlogsbuit: hun pijn, hun lijden en het ultieme failliet van zijn macht