Algerije, 1957. Op het moment dat de oorlog tussen het Franse leger en de Algerijnse vrijheidsstrijders het hevigst is, gebeurt er iets wat het Franse opperbevel grote zorgen baart: een sectie van tweeëntwintig man, volledig bewapend, verdwijnt spoorloos. De sectie bestaat uit harki's, Algerijnen die dienst hebben genomen in het Franse leger, en staat onder bevel van luitenant Messonnier. Kapitein Valéra wordt opgedragen Messonnier en zijn sectie op te sporen. De tocht gaat naar de Kabylische bergen, waar de soldaten zijn verdwenen. Zijn Messonnier en zijn mannen overgelopen naar de vijand? Of zijn ze geëlimineerd door gewapende eenheden van het FLN, het Algerijnse bevrijdingsfront? Is Messonnier verraden door zijn tweede man, Mohan Djeddar, die een actief lid was van het FLN vóór hij dienst nam in het Franse leger? Een vreemde man, die Messonnier. Bijgenaamd Azrayen', 'de engel des doods' volgens het Kabylische volksgeloof. Hij is de minnaar geweest van
