Uiteindelijk gaat alle beeldhouwkunst om ding: zoveel mogelijk indruk maken op de beschouwer. En hoe kan dat anders dan door krachtig de zintuigen van die beschouwer - alle zintuigen - te bespelen. In de eerste plaats de ogen, maar ook de tast en zelfs het gehoor, de smaak en de reuk worden door beeldhouwkunst onder vuur genomen. Terwijl het dagelijkse leven een diffuse stroom van uitwaaierende indrukken oplevert, biedt de beeldhouwkunst juist zeer uitgekiende en toegespitste ervaringen. Beweging zien in stilstand? Dit en veel meer is allemaal een kwestie van de zintuigen bespelen. Het oproepen van zulke ervaringen vraagt om een doortrapte strategie van de kant van de beeldhouwer. Het vraagt om een berekenende attitude, doorgaans toegedicht aan winnaars van veldslagen. Hoe beeldhouwkunst de zintuigen bespeelt, daar draait het om in Beeld Oog Brein. Dit boek verschijnt bij een door de auteur samengestelde tentoonstelling in museum Beelden aan Zee te Scheveningen. Het is echter een
