Allard Pierson (1831-1896) was de belangrijkste vertegenwoordiger van het negentiende-eeuwse protestantse modernisme in Nederland. Deze vrijzinnige stroming wilde het christendom zuiveren van bovennatuurlijke elementen, zoals het geloof in wonderen, maar zijn religieuze kern behouden. Een aantal moderne predikanten bewoog zich echter in humanistische richting, verliet vrijwillig het ambt en koos voor een andere werkkring. Pierson trad in 1865 af als Waals predikant te Rotterdam; zijn collega Conrad Busken Huet was hem in 1862 in Haarlem voorgegaan. Na werkzaamheden elders werd Pierson in 1877 hoogleraar esthetica, kunstgeschiedenis en moderne talen aan de Universiteit van Amsterdam. Het Allard Pierson Museum draagt zijn naam. De hier uitgegeven preken, gehouden in een periode van toenemende twijfel, getuigen van Piersons talent als kanselredenaar, zijn vroomheid – die hij dankte aan zijn Réveil-achtergrond – en zijn kritische geest. De Franse tekst, gebaseerd op nagelaten