<b>Misschien is Bordewijk wel de meest on-Hollandse schrijver van onze literatuur. De ‘nachtmerries’ of ‘surrealistische droombeelden’ die de schrijver ons voorschotelt in Blokken (1931), Knorrende beesten (1933) en het onvergetelijke Bint (1934) maken dat deze veelgelezen romans ver van het oer-Hollandse realisme af staan.</b> <b>Blokken</b> gaat over een rechtlijnige, blijkbaar communistische staat, en over de gevolgen die deze ‘samenleving der onpersoonlijkheid’ heeft voor de mensen die erin leven. <b>Knorrende beesten</b>, ‘de roman van een parkeerseizoen’, is een schitterend visionair verhaal dat zich afspeelt in een badplaats, bevolkt door razende, glimmende en knorrende monsters: auto’s. <b>Bint</b> is de roman van de tucht, belichaamd in directeur Bint. De nieuwe leraar De Bree komt meteen voor zijn vuurproef te staan: hij krijgt klas 4D toegewezen, bijgenaamd 'de hel'.