De vakantie waar in het begin van Drie jongens en een caravan al eerder sprake van was, wordt nu toch echt ondernomen. Terwijl Arie Roos nog een dag in Amsterdam blijft om op bezoek zijnde familie uit Australië te kunnen ontmoeten, gaan Jan Prins en Bob Evers met een scheldejol op weg naar de Kaag. In de Stadionsluis pikt de zuinige Jan een in het water liggend flesje op - waar een stuk krant in blijkt te zitten - en levert dat in bij een cafeetje om het statiegeld te ontvangen. Wat later op de dag komen zij in de Ringvaart een vlet tegen met een man met een opvallend witte haardos aan boord, die op een merkwaardige manier van de ene oever naar de andere kruist. Deze man informeert of zij misschien een leeg flesje hebben zien drijven. Jan en Bob poeieren de man af, maar zij vinden zijn verhaal zo vreemd dat ze besluiten terug te gaan om het ingewisselde flesje weer op te halen. Zij peuteren de krant eruit en ontdekken een in die krant verborgen boodschap, die echter niet direct