Najaar 1932, na een zware operatie, zei K.P. Kavafis (1863-1933) tegen zijn vrienden: 'Ik moet nog vijfentwintig gedichten schrijven. Vijfentwintig gedichten!' Hiermee bedoelde hij de gedichten in bewerking, de gedichten die in deze bundel voor het eerst compleet in het Nederlands zijn verzameld. In deze gedichten, onvoltooid of niet, zit de hele Kavafis. Poëzie om te lezen, maar vooral om mee te leven, vervuld van de verslavend-verschrikkelijke spanning van het verbodene. Uit het nawoord: 'Als je geen homo bent, wil je het na het lezen van de gedichten van K.P. Kavafis onmiddellijk worden.' K.P. Kavafis, de dichter uit Alexandrië, publiceerde zelf nooit een bundel, maar na zijn dood werd hij wereldberoemd. Omdat hij honderdvijftig jaar geleden werd geboren, riep de UNESCO 2013 uit tot het jaar van Kavafis. De kritiek over de Kavafis-vertaling van Hans Warren en Mario Molegraaf: 'Als ik van alle mij bekende Kavafis-vertalingen er één moest kiezen om mee te nemen naar het bekende