Eddy en Anneke vormen een gelukkig gezin, samen met hun kinderen Stefanie (7) en Jessica (5). Tot het noodlot toeslaat. Anneke valt ten prooi aan een erg zware depressie, veroorzaakt door haar ongelukkige jeugd, en wordt langdurig opgenomen in een psychiatrische instelling. Tot overmaat van ramp overlijdt de moeder van Eddy erg plots. Deze beide gebeurtenissen ontwrichten het gezin bijna compleet. Het wordt een lastige periode van vallen en weer opstaan, van vechten tegen de overmacht, van nooit opgeven bij weer nieuwe, onverwachte tegenslagen. Als uitlaatklep schrijft hij, op regelmatige tijdstippen, brieven aan zijn ingebeelde correspondentievriendin Justine. Hij vertelt haar in oprechte, pakkende bewoordingen over zijn angsten, zijn problemen, zijn verzuchtingen, zijn hoop en dromen, zijn onmacht en wanhoop. Het zijn 126 brieven geworden, recht uit het hart en met zijn ziel op de tong.