Vanaf de jaren 1880 kent Brussel een schitterende culturele bloei en wordt de jonge hoofdstad een kruispunt van Europese avant-gardes. Dankzij de Salons van Les XX en La Libre Esthétique is het een van de eerste steden waar de meesterwerken van het impressionisme en het neo-impressionisme te zien zijn. Belgische schilders die traditioneel streven naar een getrouwe weergave van de werkelijkheid met veel gevoel voor licht en kleur, weten zich geboeid door onderwerpen die aansluiten bij het eigentijdse leven en geven die weer in een steeds vrijere techniek. Meer nog dan in Frankrijk is het impressionisme in België een zaak van individuen, wat leidt tot een grote verscheidenheid. Een treffend voorbeeld is het parcours van James Ensor, die al heel vroeg een helder palet en een gebroken schriftuur hanteert vooraleer hij de weg van het symbolisme en vervolgens het expressionisme inslaat. Ook heel uiteenlopende kunstenaars als Alfred Stevens, Emile Claus of Théo Van