In de poëzie van Miriam Van hee spelen melancholie en ontheemding een grote rol. Achter de schijnbaar eenvoudige, bijna fluisterende toon schuilt een groot verlangen naar geborgenheid en harmonie. De gedichten in Buitenland handelen dikwijls over onderweg zijn, maar een thuis wordt niet gevonden: ‘er is geen einde en geen begin/ wij lossen niet op, wij kunnen niet schuilen/ wij horen hoe ergens, dichtbij, een krekel/ begint met zijn lied, haperend eerst, dan dapper/ en onverstoord, we vinden hem niet/ maar we zoeken, we zoeken/’. Buitenland is een bundel met intieme, hartstochtelijke poëzie die de lezer mee op reis neemt door stille en eindeloze landschappen.