In dit tweede boek over de Zeilschepen van de Lage Landen worden de vaartuigen beschreven, die vanaf de Oudheid tot in de eerste helft van de 20ste eeuw voor de visserij werden gebruikt. Het boek begint met een uitgebreid historisch overzicht. Naast de rivier- en zeevisserij wordt aandacht besteed aan de walvisvaart in de wateren rond Groenland. Bij hun onderzoek en voor het samenstellen van dit boek maakten de auteurs onder meer gebruik van de oudste verhandelingen over scheepsbouw in de Nederlanden. Zij hebben met hun werk een bijdrage geleverd aan de kennis van de maritieme geschiedenis en archeologie. Historicus Dik Vuik (1959) studeerde aan de Universiteit van Utrecht en werkt als free-lance journalist. Hans Haalmeijer (1940), gepensioneerd koopvaardij-officier, ontving zijn opleiding voor de zeevaart aan 'de Hogere Zee-vaartschool te Rotterdam.
