Op jonge leeftijd ontdekt de autodidact Paul-Gustave Van Hecke de Tweede Latemse School. Als een van de eersten spreekt hij zijn bewondering uit voor het werk van Constant Permeke, Gustave en Léon De Smet en Frits Van den Berghe. Eens hij in Brussel fortuin heeft emaakt, dankzij het succes van het modehuis Norine dat hij runt samen met zijn vrouw, ontpopt hij zich als een onvermoeibaar promotor van hun werk via tentoonstellingen en zijn tijdschriften Sélection. Hij reist Europa rond om internationale topkunstenaars te ontmoeten (Chagall, Zadkine, Ernst, Léger,...) en naar België te brengen. Als geen andere drukte Van Hecke zijn stempel op de promotie van modernistische kunststromingen in België, van het expressionisme tot de abstractie over het surrealisme.
