Caligula, die regeerde van 37 tot 41 na Chr., geldt als het prototype van de Romeinse keizerswaanzin: hij had een incestueuze relatie met zijn zusters, wilde zijn paard benoemen tot consul en was van plan om zijn zetel van Rome naar Alexandrië te verplaatsen. Hij vervolgde senatoren op gruwelijke wijze en zonder enige aanleiding. Uiteindelijk eiste hij zelfs dat ze hem zouden vereren als een god.In deze nuchtere én geestige biografie beschrijft de auteur het korte maar heftige leven van de keizer val alle overdrijvingen ontdaan. Hij toont aan dat het keizerschap van Caligula gekenmerkt is door dramatische conflicten die door samenspanningen van senatoren den de overtrokken reactie van de keizer daarop volkomen uit de hand liepen.