Het dal van de rivier de Huan is breed en vlak, groen wanneer in het voorjaar de oogsten van de collectieve boerderijen op het land staan, kurkdroog en stoffig onder de brandende zon van de Noordchinese zomer. Op de zuidoever van de rivier ligt Anyang; deze bescheiden provinciestad heeft een spoorwegstation, maar het is nauwelijks een plaats waar men reizigers uit verre landen verwacht. Toch komen hier elk jaar honderden bezoekers die slechts één doel voor ogen hebben - de resten te zien van een van de grote beschavingen van het oude China: de meer dan drie millennia oude hoofdstad van de Shang, vlak ten noordwesten van de stad. Vroeger was er weinig met zekerheid bekend omtrent Shang, een naam die, in oude teksten, verwees naar een dynastie uit de bronstijd, naar haar hoofdstad, en later naar de beschaving die onder die dynastie was ontstaan. Uit geschriften bleek dat het geslacht van Shangkoningen ongeveer 650 jaar had bestaan, van rond 1700 tot rond 1050 v. Chr., en dat hun