In deze bundel verwoorden diverse dichters China's geest en universele gevoelens. Ze schrijven over wat menselijk en onmenselijk is, wat verlangen oproept, en wat pijn doet. Onder hen de groten der dichtkunst, zoals Li Bai en Du Fu uit de achtste eeuw, het tijdperk van China's grootste glorie en meest verwoestende burgeroorlog. De ambtenaar Han Yu, die zelfs de krokodillen van de hofvijver de les las. Zijn tijdgenoot Li He, die zo excentriek was dat hij alleen op een ongezadeld paard gedichten kon schrijven – mits in galop. En de twaalfde-eeuwse Su Shi, volgens hedendaagse critici 'het best bewaarde geheim van de Chinese dichtkunst'. Deze bundel presenteert de grote dichteres Li Qingzhao, uit de twaalfde eeuw, die schreef over de liefde van vrouwen. Huang E, met haar opzienbarende erotische gedichten. En Ding Ling, de nationale heldin van de vroege twintigste eeuw,die onder Mao werd opgesloten in een werkkamp. Ook vertegenwoordigd zijn de hedendaagse sterren van de internetpoëzie,
