Wat kenmerkt goede professionals in het onderwijs, de jeugdzorg en het recht? Hoe ontwikkelen zij zich tot professionals die ethisch karakter tonen? Is een beroepscode behulpzaam in concrete probleemsituaties uit de eigen beroepspraktijk? En kun je daarover wat opsteken van andere professies? Dergelijke vragen staan centraal in deze bundel die de bewerkte bijdragen bevat van een conferentie over de beroepsethiek van pedagogen en juristen.Pedagogen – waaronder leerkrachten, gezinsvoogden en pedagogische hulpverleners – en juristen – waaronder rechters, advocaten, officiers van justitie en notarissen – vormen twee heel verschillende maar toch ook vergelijkbare beroepsgroepen. Uit eerder onderzoek blijkt dat het vruchtbaar kan zijn om over de muren van de eigen professie te kijken hoe het er aan toegaat in de beroepsethiek van andere beroepsgroepen. Wat levert dergelijke ‘interprofessionele’ kruisbestuiving tussen professionals in het onderwijs, de jeugdzorg en het recht op?