Collectieve arbeidsvoorwaarden beperken de individuele contractsvrijheid. Dit lijkt nauwelijks verenigbaar met de geïndividualiseerde maatschappij waarin wij leven. Is het niet achterhaald om werkgevers en werknemers te binden aan afspraken waar zij niet om hebben gevraagd? In dit verband doet zich dan ook de vraag voor welke ruimte wettelijke instrumenten van collectieve arbeidsvoorwaardenvorming nog bieden aan individuele contractsvrijheid. Dit boek geeft daar antwoord op. Deze centrale vraag wordt behandeld door voor drie instrumenten - te weten cao, avv en afspraken met de or - na te gaan in hoeverre zij de individuele contractsvrijheid van actoren beperken. De auteur besteedt onder meer aandacht aan de vraag wie gebonden zijn, voor welke tijd en hoe dwingend die binding is. Deze vragen worden ook behandeld bij de analyse van de situatie in Duitsland, waar ook een spanning waarneembaar is tussen individuele contractsvrijheid en collectieve arbeidsvoorwaardenvorming. De conclusie