1913, de Gentse industrie is in volle bloei, de wereldtentoonstelling vindt plaats in Gent en op internationaal vlak zijn er steeds groeiende spanningen tussen Frankrijk en Duitsland. Voor Albe´ric en zijn vriend Seraphinus, twee 'Gentse Kulders' slechts onbelangrijke faits divers. Zij trachten immers het harde en bij momenten gruwelijke bestaan van een weesjongen binnen de muren van het Gentse jongensweeshuis te doorstaan. Ook voor Ange´lique, de dochter van een rijke burger, zijn er belangrijkere zorgen, zoals het ontsnappen aan de dagelijkse plichten en sleur van het leven van een nette juffrouw. Geen van hen kon ooit voorzien wat voor impact deze gebeurtenissen zouden hebben op hun levens. Wanneer te midden van dit alles een hartstochtelijke romance ontstaat, moeten hun liefde en vriendschap de zwaarste beproevingen doorstaan. 'Cuberdons met lavendel' is vooral een toegankelijke manier om een beeld te krijgen van hoe Gent toen was, compleet met goederenstation aan het Rabot en