Het onvergetelijke titelverhaal uit Cupido's pijlen veroorzaakte bij verschijning in The New Yorker in 1968 de nodige opschudding. Het zou het meest expliciete verhaal zijn ooit in dat eerbiedwaardige blad verschenen. Maar behalve opwinding oogstte Templeton ook veel lof: voor de schitterende klassieke stijl waarmee ze een verloren wereld oproept, die van het Oude Europa. De seksscènes tussen een Britse dame en haar Amerikaanse baas tijdens WOII hebben sindsdien niets aan kracht ingeboet; de waarheid over passie van vrouwen die Templeton vertolkt, is van alle tijden. Templetons verhalen zijn autobiografisch getint en worden bevolkt door vrouwen met een messcherpe tong en cynisch heren van zeker leeftijd. Intens geestig proza, doordrenkt van de moderne geschiedenis.