'Moet na de koffie snel naar de tuin want ik heb vanI tot 3 gemeenschappelijk werk. We schoffelen perkenen paden. Als ik ergens een bosje onkruid sta uit te rukken, kijkt een beetje opgewonden vrouwtje over de heg en roept: 'Turks fruit."'Langs de zachtblauwe hemel drijven de hele ochtend grote witte Thurberhonden.'In de jaren zeventig, toen Jan Wolkers in Amsterdam woonde en onder meer de romans De walgvogel, De kus en De Doodshoofdvlinder het licht zagen, hield hij een dagboek bij over zijn dagelijks leven.In Dagboek 1974 gunt Wolkers zijn lezers voor het eerst een blik in zijn persoonlijke aantekeningen.