Een koude rilling ging door hem heen. Even voelde hij angst. En paniek. Maar hij realiseerde zich dat Jispa de granaten hard nodig had. Snel deed hij zijn wanten weer aan en kroop terug. 'Hier,' fluisterde hij. Jispa trok de pen eruit en gooide de granaat. Hij telde hardop. 'Eén, twee, drie..' Een enorme explosie. Zijn oren tetterden. Jispa gooide nog een granaat. 'Eén, twee, drie..' Het leek wel onweer, met al dat gedonder in de bergen. Darcha luisterde. Het geluid denderde langzaam weg en stierf uit tot hij alleen nog het kletteren van de rivier hoorde. Geruisloos pakte Darcha de kijker. Niets. Alleen grijze rook. 'Wij hebben ze.' 'Laat mij kijken.' Jispa nam de kijker over. Hij zei niets, hij keek alleen. Darcha beet op zijn lip. Minuten gingen voorbij. Weer zei Jispa niets. Hij hield het niet meer uit. 'En, hebben we hen geraakt?' Jispa haalde zijn schouders op. 'Ze zijn weg zo te zien.' Hij kwam overeind. 'Het is veilig. Kom bij me zitten.' Jispa slaakte een diepe zucht. 'Pfff,